En 't is alweer vrijdag. Het weer is een kleurloze teint grijs, het regent maar dan toch weer niet, de Thames staat hoog en het gemoed zinkt laag. Om de vaalgele vrolijkheid erin te houden ga ik halverwege de namiddag normaal een wandelingetje maken:

Ik werk aan de rode bol, Blackfriars Station, ik wandel dan de Blackfriars brug over, vervolgens links de Queen's walk op, naast the Globe (het theater van Billy Shakes), en dan aan Tate Modern de Millenium Brug op, de bruine rivier weer over. Tenslotte, u raadt het al, naast de rivier weer naar Blackfriars. De wc die u daar ziet staan is "temporary out of order". In weerwil daarvan stonden er gisteren twee chinezen munten in te steken. Charity, veronderstel ik.
In ieder geval, aan Tate Modern staat er een nieuw kunstwerk voor de deur, een soort spin:

de foto illustreert meteen ook het kleurenpalet van een bewolkte grootstad, een mengeling van grijs, bruin, zwart, en alle vieze tussentinten. Ik moet dat relativeren: Rio is kleurrijk als het regent, Londen heeft zelfs last met contrast als de zon schijnt. Ik snap zo wel waarom Londen zo rijk is; als je geen alcoholicus bent, is er gewoon niks anders te doen dan werken. Een Carioca gaat terassen, strandjutten, fietsen, bergbeklimmen en nog wat bij-terassen. Een Londenaar gaat werken, en dan drinken tot ie in slaap valt. Cheers.
Maar geen nood: soms valt er een zonnestraaltje tussen de wolken door, en daar trek je je dan aan op alsof het een nederlandse gouden eeuw is. De weinige dagen dat de zon hier schijnt, zitten alle parken vol met schaars geklede dames en hun hondjes, en voetballende Australiers en baskettende Polen in zweterig bloot bovenlijf. Wie het kleine niet eert, is het grote niet [kotsgeluid].
Om deze filosofische gedachte af te sluiten in schoonheid: Hoe op een bank te slapen als een gentleman (klik op de foto voor een closeup):